Lieve allemaal,

n

Nou daar zijn we weer. Gisteren hadden we helaas geen internet in het hotel, dus dit wordt waarschijnlijk een lang stukkie.

n

Eergisteren zaten we zoals gezegd op de ferry van Happy Valley Goose Bay naar Cartwright. We gingen een hapje eten op de ferry. Nou….. dat was niet best! Zo slecht heb ik in geen tijden gegeten. Slappe patat, koude gefrituurde hompen kabeljauw, vieze sla met sloffe croutons. Alleen de appelsap was lekker. Maar dat zat in een flesje, dus daar konden ze niks aan verprutsen. Maar we hebben het toch wel opgegeten, we zaten nog wel even op de ferry namelijk. Na het eten hebben we nog een mierzoete Disney-film gekeken en zijn daarna snel naar onze kooi gegaan. Het was wel benauwd en ook warm, maar we waren allebij wel zo moe dat we in slaap vielen. We hebben uiteindelijk redelijk, maar veel te kort, kunnen slapen.

n

Gisterenmorgen werden we namelijk alweer vroeg wakker op de boot. De wekker ging om 4:50. We zouden om 6 uur aanmeren in Cartwright. Leonie was meteen het bed uit, ik viel natuurlijk weer gewoon in slaap. Gelukkig maar dat Leonie me later weer wakker maakte, want er was een prachtige zonsopgang over de Atlantische oceaan te zien. Ik heb me heel snel klaar gemaakt en ben nog sneller naar buiten gerend. Daar zagen we in de verte ook al het dorpje liggen. Toen we er bijna waren zijn we weer naar onze hut gegaan en hebben alles ingepakt. Rond 7 uur reden we dan eindelijk de boot af.

n

Voordat we verder zouden rijden moesten we eerst naar een pompstation. De tank was nog voor een kwart gevuld maar we moesten ongeveer nog 350 km, en dat zou dus niet voldoende zijn. Gelukkig konden we in het dorpje gewoon tanken. Het dorpje telde ongeveer 400 inwoners. De pomp ging alleen pas om 8 uur open. Tegenover de pomp was gelukkig een restaurant waar we een heel stevig ontbijt hebben gegeten. Die konden we ook wel gebruiken na het vreselijke avondeten van de dag ervoor. Nadat we onszelf en de auto hadden voorzien van de nodige brandstof zijn we weer op pad gegaan. Weer over het gravel. Het werd een prachtige rit door de kuststreek van Labrador. De indian summer was echt aangebroken. De meeste loofbomen waren al felgeel van kleur, andere verschoten van lichtgroen naar geel. Een waar kleurenspektakel zo door de bossen. Ineens zagen we in de verte iets donkers over de weg lopen. Te groot voor een konijn, te klein voor een beer. We zijn er langzaam naar toe gereden. Het bleek een donkergekleurd stekelvarken te zijn! Toch nog wildlife in Labrador 😉 Na die vele eekhoorntjes, raven, kraaien en gray-jays.
De zon deed ook lekker mee en we zagen de temperatuur langzaam naar 22 graden stijgen. En dat is het warmste wat we tot nu toe hebben mee gemaakt in Canada dit jaar.

n

Na deze prachtige rit van 180 km met een paar stops in de rimboe (max. snelheid is 70 km/u en daar hou je je ook wel aan met al dat gravel, dus uitendelijk zo’n 3 uur later) hebben we wat gegeten in een ander klein dorpje van zo’n 300 mensen. Port Hope Simpson heette het gehucht. Ook hier nergens verharde wegen. Het lijkt allemaal een beetje op het wilde westen, maar dan met 4WD ipv paard en wagen. Na het eten zijn we weer snel doorgereden en hebben nog even kort gestopt bij een ander dorpje: Mary’s Harbour. Hier was niet veel te doen. Een afgelegen dorpje met een handje vol mensen. Ondertussen hebben we wel een eagle gezien. Trots keek hij vanuit een boomtop over de vlakte. Onze eerste eagle, ik voelde met alweer helemaal thuis. Later zijn we nogmaals gestopt, nu bij St. Lewis. Dit is het meest oostelijke plek van het vaste land van Canada om te wonen. Ook dit was echt een piepklein dorpje, maar had een wonderbaarlijk mooie kust. Enorme rotsen voor een mooie branding. Hier hebben we een kleine pauze ingelast en hebben genoten van het uitzicht. Maar ook toen maar weer verder. We wilden nog een stuk rijden deze dag.

n

Dus we reden verder en verder en langzaam verandere het landschap van het bosrijke naar een open hoogvlakte met een straffe wind. Kleine naaldboompjes (black spruce trees) die we ook veel op de taiga zagen, rotsen, meertjes. Ook hier keken we onze onze ogen weer uit en hebben regelmatig de auto geparkeerd om rond te kijken en foto’s te maken. Uiteindelijk zijn we gisteren in Red Bay beland. Aan de kust in een briljante cabin aan het water. In het restaurant hebben we wat gegeten (een enorme moot verse Atlantische zalm!!) en daarna zijn we snel naar bed gegaan. We hadden deze dag ongeveer 350 km. gereden. Vooral het laatste stuk was redelijk lastig. De 70 haalde ik niet. Veel gaten in de weg en alleen maar los gravel. Dus we waren erg moe. De autorit bromde nog veel leter na in onze oren.

n

Dinsdag 22 september

n

Vanmorgen werd ik iets voor 7 uur wakker. Ik deed de gordijnen open en zag dat de zon net op kwam. Direct trok ik wat warme kleren aan en ging naar buiten. Het was erg fris maar prachtig weer. Ik heb er een uur rondgelopen. Foto’s maken en genieten van al het moois om me heen. Het hele plaatje klopte. Het uitzicht, het gras, de rotsen, afbladderende verf van de bootjes, verroeste ankers , de meeuwen, de zilte lucht en het mooie zachte licht. Maar na een uur had ik het toch wel wat koud gekregen en ben weer naar binnen gegaan. Leonie was ondertussen ook wakker. Even een kop koffie gezet en de boel maar weer ingepakt. Maar we hebben het vanmorgen redelijk rustig aan gedaan. Om 10 uur zaten we aan het ontbijt. Allebij French toast met Maple siroop. Mjammmmmmmie! Echt heerlijk. Nadat we hadden uitgechecked zijn we naar het Red Bay interprative center gereden. We zagen daar een video over het belang van Red Bay in de geschiedenis van het oosten van Canada en de walvisvaart door de Basken. Hierna hebben we nog rond gelopen in een ander onderdeel van het centrum. Verschillende opgravingen en onderdelen van scheepswrakken. Zo mooi bewaard gebleven en tentoongesteld, we keken onze ogen uit.

n

Na deze geschiedenislessen zijn we weer veder gereden, de horizon tegemoet. Maar dit keer was de weg geasfalteerd! De laatste stukken gravel hadden we gehad en vanaf dit moment werd het rijden een stuk aangenamer. We hebben niet bijzonder veel gereden en wilden vooral even de benen strekken. We zijn hiervoor naar het plaatsje Forteau in het zuiden van Labrador gereden. Hier was een trail langs de kust naar 30 meter hoge watervallen. Het was een flink eind lopen, langs de kust over een klein wandelpaadje langs steile wanden. We hebben een flink eind gelopen en dat deed ons prima. Heerlijik met de neus in de wind. Behalve wat mensen in het begin die wat bessen aan het plukken waren hebben we niemand gezien. En dat vinden we dan toch het lekkerste, gewoon even helemaal niemand in de buurt.

n

Toen we weer bij de auto kwamen was het inmiddels half 5 en we moesten nog een klein stukje verder. Nu zitten we in een hotel in l’Anse au Clair, de Northern Light Inn en hebben hier ook net wat gegeten. Allebei een Caribou-burger. Kunnen we in ieder geval zeggen dat we Caribou in Labrador hebben gezien :-D.

n

Morgen verlaten we Labrador en stappen we in een andere ferry naar het eiland Newfoundland ten zuiden van Labrador/Quebec. We hebben de tickets al besteld en gaan nu onze benen laten rusten. Lekker ff niksen op de hotelkamer en straks slapen. Pfff, dat hebben we wel weer verdiend dacht ik zo.

n

Tot later weer!

n

Leonie en Edo-Jan

n

Gefeliciteerd, je hebt het einde van de pagina bereikt!

Heb je vragen of opmerkingen of wil je wat overleggen?

Help-Desk