Woensdag 24 september

Vanmorgen waren we vrij vroeg wakker. Het was behoorlijk warm in de kamer, zelfs met het raam open. We hebben ons maar snel klaargemaakt en zijn naar beneden gegaan voor het ontbijt. Dit was een zogeheten ‘continental breakfast’ dat bestond uit wafels die je zelf kon maken, geroosterde broodjes, fruit, koekjes, yoghurt en natuurlijk koffie en thee. In de ruimte van het ontbijt was het ook erg warm. Een goede reden om snel klaar te zijn.

De tassen waren weer snel ingepakt en toen weer in de auto. De eerste stop was bij de Walmart om de hoek. We hadden namelijk nog wat boodschappen nodig. Met een volle tas zijn we op we gegaan naar Cache Creek. Natuurlijk niet via de snelste weg, maar via een kleine omweg. In eerste instantie gingen we richting Kamloops langs meren en wouden. In Kamloops zijn we even gestopt en hebben we wat gedronken bij Starbucks op het terras. Daar hebben we ook het brood gegeten wat we gisteren in Princeton bij Jeroen hadden gekocht. Het brood was werkelijk heerlijk.

Met een volle maag zijn we weer verder gereden. Eerst een stuk over de snelweg. Heuvel op en af met 120 km/uur. Maar goed we gingen een omweg maken en daar hoort de snelweg niet bij natuurlijk. We namen de afslag richting Logan Lake en vervolgden onze weg op een B-weg. In Logan Lake zijn we heel even gestopt. De kleuren daar in de bomen waren supermooi en daar wilden we foto’s van maken. We kwamen erachter dat Logan Lake een vrij nieuwe stad is (1970) waar alles draait om de kopermijn even ten westen van het stadje. Niet veel later kwam de mijn al in zicht. Het was moeilijk om het niet te zien, zo enorm was het. Er waren delen uitgeput waar een kale berg was achtergelaten. Een groot deel was zeker nog actief en we konden veel bedrijvigheid zien. De impact op de omliggende natuur was overduidelijk. Weer een stuk verder was een kunstmatig meer wat een groene kleur had en waar veel schuim op stond. Dat hoorde ook nog bij de mijn.

De rit ging erg voortvarend en voordat we het wisten reden we Cache Creek binnen, de eindbestemming van vandaag. Het was niet veel veranderd. Nog steeds een klein dorpje midden in het niets wat voornamelijk bestaat uit motels en tankstations. We moesten kiezen uit een van de negen hotels/motels en zijn uiteindelijk uitgekomen bij de Bear’s Claw Lodge. Dit is een gebouw opgetrokken uit houten balken, een log cabin zoals dat hier heet. Ze hadden nog kamers, zelfs weer eentje met een jacuzzi, maar nu in de kamer zelf en zo parkeerden we tegen vieren onze auto voor de deur van onze kamer. We konden het lekker rustig aan doen en Edo heeft nog even geslapen en met Tom in Indonesië geskyped.

Langzaamaan begonnen onze magen wat te knorren. Er zat een restaurant bij het hotel, dat was lekker makkelijk. Edo nam spareribs en ik roergebakken groenten met rijst. Het smaakte prima en de grootte van de portie was deze keer enigszins normaal. Na het eten zijn we weer terug naar de kamer gegaan. Even in de jacuzzi gezeten en uiteindelijk zijn we als een blok in slaap gevallen. Morgen gaan we op weg naar Pemberton, waar overmorgen onze paardrijdtocht begint.

Liefs,
Edo-Jan en Leonie

n

n

Gefeliciteerd, je hebt het einde van de pagina bereikt!

Heb je vragen of opmerkingen of wil je wat overleggen?

Help-Desk