Hoi allemaal,

Vannacht hebben we eigenlijk prima geslapen in Kathmandu. Het was pikdonker en het bed was gewoon prima. We werden dan ook redelijk uitgerust wakker. De wekker hadden we om 6 uur gezet. We moesten eerst de bagage allemaal inpakken, we gingen een rugzak inpakken met kleing etc om mee te nemen en een rugzak die we achter zouden laten in het hotel. Om 7 uur gingen we ontbijten. Was ook prima. Kleine pannekoekjes met susu-jam. Heerlijke verrassing 😀 Na het ontbijten zijn we nog snel naar de kamer gegaan om zeker te weten dat we alles hadden ingepakt en toen gingen we uitchecken. Beneden stond onze gids voor de komende dagen al klaar. We hadden hem gisteren in een glimp gezien. Hij was samen met een drager (bleek later zijn neef te zijn) en een chauffeur.
We stapten snel in in een oude 4X4 Toyota Landcruiser. De chauffeur rechtsvoor, de gids linksvoor, wij daaarachter en de drager incl onze bagage achterin. En daar gingen we. We zaten niet in het toeristische deel van Kathmandu, hierdoor kregen we redelijk snel te zien hoe het echte leven in Kathmandu, de miljoenstad van Nepal, er werkelijk uit ziet. We reden denk ik wel een uur door de stad voordat we de Kathmandu vallei inreden. Het was best wel confronterend wat we zagen. Veel, heel veel vuil. Eigenlijk een grote vuilnisbelt waar de mensen op leven.

En langs de straten allemaal kleine winkeltjes door elkaar heen. De barbier zit naast de bandenwinkel die naast de slager zit die dan weer grenst aan een garage waar motoren worden gemaakt en olie wordt verspild. Daarnaast kon je fruit kopen en daarna waren ze bezig om bakstenen te maken. En aan de kant van de weg vilden ze tussen neus en lippen door ook nog even een geit voor een komende feestperiode.

Overal mensen, overal wordt getoetert, ingehaald, afgesneden. Oftewel een grote anarchistische stinkende maar kleurrijke teringbende. Kan het niet anders omschrijven.

Na dat uur kwamen we dus op de ‘snelweg’ zoals ze dat hier noemen. Voor ons is het een weg vergelijkbaar met een 80 km/uur weg waarbij de ene weghelft helemaal aan gort is en de andere redelijk begaanbaar. De greppel die er naast ligt lag vol met afval. Over de weg reden busjes, personenauto’s, grote trucks en bussen met tinetallen passagiers bovenop het dak en motoren die zigzaggend hun weg wisten te vinden.

En maar toeteren en voordringen. Na weer een uur door de buitenwijken gereden te hebben, sloegen we op een gegeven moment af richting noorden. Daar werd het al een flink stuk rustiger. Nog steeds redelijk wat bebouwing, maar het werd wel steeds minder. Ook zagen we dat ook de bevolking anders werd. In Kathmandu zagen we heel veel Hindoes (alsof het een onderdeel van India was) Meer naar Tibet zie je steeds meer Boedisten. Het werd ook een stuk rustiger op de weg en aan de kant van de weg. De totale gekte was er niet meer. We moesten nu ook tol gaan betalen voor de weg.

We stopten op een gegeven moment bij een klein restaurantje. Daar hebben we gelunched. Rijst met kip, spinazie, soep en fruit toe. Waren we ook wel aan toe. Daarna reden we weer verder. We moesten nu nog 3 à 3,5 uur rijden. Steeds verder, hoger en hoger de bergen in en op een gegeven moment zagen we de eerste besneeuwde toppen van de Himalaya. De Langtang konden we goed zien, daarnaast een andere bergtop, maar die lag al in Tibet. De weg werd steeds smaller en af en toe was het asfalt even verdwenen. Op een gegeven moment was er geen asfalt meer. En de gravel was ook op. Nu waren het enorme rotsblokken waar we omheen moesten manouvreren.

We hadden gelukkig een goede chauffeur en de Toyota liet ons gelukkig niet in de steek. We kwamen dus heelhuids aan op de top van een van die bergen. Daar bovenop moesten we weer tol betalen en konden we even onze benen strekken. Even naar de wc en een beetjke rondkijken. Het uitzicht was erg mooi. We zagen de rijstplantages prachtig liggen op de steile berghellingen. Na een kwartiertje reden we weer door.

Na zo’n anderhalf uur dalen bereikten we dan toch echt de eindbestemming van de dag. Het was ongeveer half vier, dus bij elkaar 6,5 tot 7 uur gereden. We reden een klein dorpje in die Shyabru Bensi heet (maar ze schrijven het overal anders) en daar stopten we bij ‘Hotel Peacefull’ waar we ‘Wel-Come’ werden geheten 😉 Eerst hebben we even rustig de kamer opgezocht en gingen even bijkomen. Daarna zijn we met de gids een klein stukje gaan lopen en hebben we hem van alles kunnen vragen. Over de streek, waar hij vandaan kwam, over het Boedisme, de monniken en de gebedsvlaggen. Toen we weer terug waren hebben we eerst even koffie en thee gedronken en zijn daarna gaan eten. Ook onze gids (Pema) en de dragen (Tenzing) gingen eten en dat deden ze gelukkig bij ons aan tafel. Het werd al een hele gezellige, interessante avond. Veel geleerd en veel gelachen! Helemaal goed dus. Morgen gaan we, zoals gezegd, beginnen met de eerste dag van deze trekking. Langs een rivier, door de jungle, door bamboebossen. Kans op verschillende apen, herten en yaks. Och we zien het wel. Naast Pema en Tenzing gaan er nog twee mensen mee. Om de paarden te verzorgen en in de gaten te houden. Meeste kunnen we rijdend doen, sommige stukken zullen we moeten lopen. Ook dat zien we wel.

Nu zijn we weer op de kamer en gaan zo naar bed. Enerverende dag was het. Zullen nog wel meer van komen de volgende dagen.

Liefs, groetjes en een dikke kus,
Leonie en Edo-Jan

Gefeliciteerd, je hebt het einde van de pagina bereikt!

Heb je vragen of opmerkingen of wil je wat overleggen?

Help-Desk