maandag 29 oktober

n

En zo was het alweer maandag en werden we wakker in het bijzondere Chitwan. Een heel bijzondere plek kan ik wel zeggen. Alsof de tijd er echt helemaal heeft stil gestaan. Vanmorgen zouden we dan toch echt een tocht op de rug van een olifant maken in Nepal! Om 8 uur werden we daarom verwacht op de parkeerplaats van het hotel. Daar stond onze vertrouwde omgebouwde truck al klaar. De chauffeur was er ook klaar voor en alle andere gasten die ook meegingen zaten al in de bak. Wij mochten daarom weer mooi voorin zitten 😉 Het was een korte rit naar het vertrekpunt toe maar het zijn wel altijd heel bijzondere ritjes.

n

Laat ik es uitleggen hoe deze ritjes verlopen, dan krijg je er misschien een beeld bij: Ten eerste zijn de wegen erg smal en niet verhard. Meestal gewoon zand en grind. Dat betekent dat er overal een dikke laag stof ligt en veel mensen met een mondkapje of sjaal lopen. Nepalese poeder noemen ze het hier gekscherend. Aan de kant van de weg staan de huizen. Natuurlijk heb je ook hier huizen van baksteen, maar die zijn wel in de minderheid. Die zijn in de laatste 10 jaar gebouwd. Daarnaast heb je heel veel traditionele huizen. Kleine hutjes is een betere benaming. De muren zijn van bamboe, stro en olifantgras. Die worden vervolgens weer bekleed met een mengsel van water, zand en koeien- of olifantenpoep. Een dak van stro, een waterpomp nabij het huis en een oude fiets aan de zijkant en je hebt ineens een traditioneel Nepalees huis. En ja; er wonen en leven echt mensen in deze huisjes. Het is hier geen openluchtmuseum al hoop je soms van wel. Het leven is hier hard en eenvoudig. Zowel de mannen als de vrouwen en zelfs de kinderen werken veelal op het land. Helemaal in deze tijd als de oogst binnengehaald moet worden en de rijst moet worden gedorst. Dan zijn ze van ‘s-morgens vroeg tot ‘s-avonds laat hard aan het werk om alles binnen te krijgen.

n

Auto’s of motoren hebben ze amper. De benzine is gewoonweg niet te betalen. Hierdoor rijden ze veel met paar en wagen, met ossenkar, op de fiets of dragen ze enorme hoeveelheden zelf op de rug.

Sommige maken voor het zware werk, of voor de toeristische industrie gebruik van olifanten. Je ziet dus ook vaak een olifant onder een groot afdak naast een huisje staan. Een hele grote garage zeg maar, maar dan zonder muren. Alleen een hoog dak is genoeg. Die olifanten moeten dagelijks heel veel eten dus zijn de eigenaars ‘s-avonds in het donker nog druk bezig om de olifanten eten te geven. De volgende morgen moeten ze allemaal weer vroeg op. Het is wel mooi om ‘s-avonds of ‘s-nachts even wakker gemaakt te worden door een toeterende olifant.

n

Zo dan hebben jullie nu een beeld van hoe het hier in het zuiden van Nepal er uit ziet. Klinkt romantisch misschien, maar het is voornamelijk erg hard.

n

Nu weer terug naar onze rit vanaf het hotel naar de olifanten.
Het ritje duurde zo’n 15 minuten en toen kwamen we aan op een plek waarbij je via kleine platformpjes op een olifant kon klimmen. Gisteren hadden we ook zo’n plek gezien maar die was vele malen groter. Deze was wat ingetogen. We waren snel aan de beurt en moest via een trapje op het platform klimmen. Met z’n vieren stonden we bovenop de het platform. Een Deens stel van half twintig en wij. Met z’n vieren namen we plaats in een klein bakje bovenop de rug van de olifant. We pasten er net in! Toen we allemaal goed gebalanceerd op de rug zaten zijn we de jungle in gelopen.

Op de nek van de olifant zat de berijder. Een jonge Nepalees. Hij ‘bestuurde’ de olifant met zijn voeten achter de oren van de olifant voor links en rechts en met een stok waarmeee hij de olifant op zijn kop sloeg en hem aanspoorde. Het eerste stuk door de jungle was wel aardig. Je zag dat de olifanten hier vaker liepen, er waren overal kleine weggetjes. Maar op een gegeven moment kwamen we uit de jungle in een grote vlakte met olifantengras. Dit is gras dat zo’n 7 meter hoog kan groeien. Op de vlakte waar wij rond liepen was het gras zo’n 3 meter hoog denk ik. Praktisch onmogelijk om dan nog een neushoorn te kunnen zien. Tenminste…. voor ons, de ongetrainde toeristen. Op een gegeven moment kreeg onze olifantberijder een seintje van een berijder van een andere olifant. Ze hadden een neushoorn gespot. Onze olifant kreeg de sporen met een soort pikhouweel en met een redelijke snelheid liep de olifant naar de goede plek. En waarempel. Ineens zagen we daar twee oren boven het gras uitsteken. Toen we nog dichterbij kwamen zagen we in het hoge gras een prachtige neushoorn. Heel groot met een hele mooie hoorn op de neus. Het dier was zichtbaar geïntimideerd door onze olifant. En er kwamen meer en meer olifanten met toeristen dichterbij. De neushoorn werd op dit moment heel erg zenuwachtig. Alsof het bang was voor de olifanten. Ineens snapten we waarom. Het bleek dat deze neushoorn een vrouwtje was en een jong had! Een prachtige compleet onverwachte bonus. Wat hebben wij hier van genoten! Zo onwijs mooi om te zien. Het jong was denk ik een meter lang en 60 cm hoog ofzo. Prachtige oren en hij drentelde een beetje om z’n moeder heen. Ook zenuwachtig door alle olifanten die in een kring om hen heen stonden en door het gedrag van zijn zenuwachtige moeder. Gelukkig maakten de berijders van de olifanten op een gegeven moment een uitgang zodat de neushoorn met het jong gewoon weer verder kon lopen.

n

Ik heb redelijk veel foto’s kunnen maken en Leonie heeft wat kunnen filmen van deze prachtige ontmoeting. Met een glimlach van oor tot oor liepen we langzaam terug naar de plek waar de toch was begonnen. Redelijk gebroken (erg comfortabel is zo’n bakje niet) maar vol van energie stapten we weer van de olifant af. Wat een prachtige ervaring!

n

Toen iedereen weeer present was zijn we weer in de truck gestapt en zijn we naar het hotel gereden. Daar stond de lunch al op ons te wachten. Na de lunch hadden we lekker tijd voor onszelf. We moesten nog een deel van de was doen en we wilden het ook wel even rustig aan doen. Dus even lekker in de kamer liggen, beetje lezen en genieten van de vakantie. Om 4 uur kwam de gids Babu alweer langs. We hadden nog een wandeling tegoed door de omgeving. Die zou anderhalf uur duren, maar dat werd uiteindelijk zo’n 4 uur!

We liepen eigenlijk het stuk dat we de eerste dag ook hebben gelopen maar zijn iets uitgebreider stil gaan staan bij de oever van de rivier om vogels te spotten. En die waren er genoeg. Van ijsvogels tot parkieten en van bijeneters tot ibissen. We hebben nog een tijdje bij de rivier gezeten, genieten van de zonsondergang en zijn naar een terrasje aan het water gelopen. Daar hebben we met ons drieën nog koffie en thee gedronken. Daarna liepen we langzaam naar het centrum van het dorpje. Ik wilde nog een klein beeldje van een neushoorn hebben en we moesten nog wat geld pinnen. Niet dat ze een pinautomaat hebben trouwens, dat ging via een klein souvenirwinkeltje die toevallig een werkend pinapparaatje had 😉 En daarna liepen we weer terug naar het hotel. We waren er bijna toen Babu zag dat twee mannen ‘elephant sandwiches’ aan het maken waren. Dat zijn pakketjes van stro met daarin een handvol met rijst. Zo’n dertig cm lang. Ze maakten tientallen pakketjes en gelukkig mocht ik met flits (het was al pikdonker) foto’s maken van hen en de olifanten. Daar hebben we best een tijd bij gezeten. Heel leuk om te zien maar toen werd het toch echt tijd om terug te gaan naar het hotel. Hier hebben we nog snel wat gegeten en zijn toen naar de kamer gegaan.

n

Dit was alweeer de laatste dag in Chitwan National Park. Morgen rijden we met een busje naar Pokhara en van daar gaan we onze tweede trekking doen. Door de Himalaya, ook dit keer weer op een paard. Maar als het goed is, is het deze keer niet zo intensief als onze vorige trekking in Langtang. Dat hoop ik dan maar, we zien het wel weer!

n

Tot later!
liefs en groeten, Leonie en Edo-Jan

n

Gefeliciteerd, je hebt het einde van de pagina bereikt!

Heb je vragen of opmerkingen of wil je wat overleggen?

Help-Desk